Slapen: hetzelfde, maar toch zo verschillend …

Ga je met de kippen op stok of ga je liever een uiltje knappen? Spreekwoorden uit het dierenrijk ontleend die er op wijzen dat alle dieren slapen. Slapen is universeel, maar toch zijn er enkele grote verschillen in de slaap tussen diverse soorten. Vier verschillen om precies te zijn.

Bepalend voor onze slaap zijn het totaal aantal slaapuren, de opbouw van de slaap, de manier en de omstandigheden. Voor ons kunnen deze al dagelijks verschillen, maar de verschillen binnen het dierenrijk zorgen werkelijk voor verrassingen. Wij lichten vandaag het eerste verschil uit: het totaal aantal slaapuren. Slaapspecialisten pleiten voor een nachtrust van 7 tot 9 uur, maar hoe denkt het dierenrijk daarover?

Opvallend verschil

Het totaal aantal slaapuren is een van de opvallendste verschillen tussen organismes.
Olifanten hoeven maar half zo lang te slapen als mensen: vier uur per dag.
Tijgers en leeuwen slapen vijftien uur en de bruine vleermuis overtreft alle zoogdieren en hangt elke dag maar liefst 19 uur te pitten.

Geen verklaring

Je zou verwachten dat lichaamsgrootte, het zijn van een roof- of prooidier of een dag- of nachtdier bepalend zijn voor de slaapbehoefte,
maar niets is minder waar. Zelfs binnen dezelfde families is er een opmerkelijk verschil in aantal slaapuren.
De eekhoorn kruipt maar liefst 15,9 uur onder de wol, terwijl de degoe zich tevreden stelt met 7,7 uur.
Toch vinden dieren soms hun gelijke in een andere familie, zoals bijvoorbeeld de cavia en de baviaan.
Ondanks het enorme verschil in grootte en orde, slapen ze precies even lang: 9,4 uur.

Bron: Why we sleep – Matthew Walker